1. Voorstelling van de koolstofverbindingen
In het vierde jaar heb je gezien dat we de koolstofverbindingen op drie verschillende manieren kunnen voorstellen :
- een brutoformule
- een structuurformule
- een skeletnotatie
1.1 Brutoformule
De brutoformule bevat de aantallen van elk element in de chemische verbinding. In de koolstofchemie volstaat deze voorstelling niet langer omdat er meerdere verbindingen kunnen voorkomen met dezelfde brutoformule maar met een verschillende structuur en chemische eigenschappen.
1.2 Structuurformule
Er bestaan twee soorten structuurformules:
1) de uitgebreide structuurformule: dit komt overeen met de Lewisstructuur van de verbinding, enkel de vrije elektronenparen worden niet vermeld.
2) de verkorte structuurformule: deze stelt alleen de bindingen tussen de koolstofatomen voor en eventuele functionele groepen worden verkort voorgesteld.
1.3 Skeletnotatie
Deze notatie toont enkel het skelet van een koolstofverbinding:
- de atoombindingen tussen de koolstofatomen
- de atoombindingen tussen de koolstof -en heteroatomen. De bindingen tussen koolstof -en waterstofatomen worden niet weergegeven.
In een skeletnotatie worden de atomen als volgt weergegeven:
- Koolstofatomen worden nooit weergegeven
- Waterstofatomen worden alleen weergegeven als ze in een functionele groep voorkomen.
- Heteroatomen (O, N, ...) worden altijd weergegeven
1.4 Voorbeelden
![](https://13af97c7c0.cbaul-cdnwnd.com/f1b99f5b93fbba46015ca7c83c0d8378/200000000-ad434ad436/Voorbeelden_voorstellingswijzen.png?ph=13af97c7c0)
Ga hier verder naar het volgende onderdeel: